Kan je je eigen gedrag beïnvloeden?

Op 17 november stond er een gastles van Lammert Kamphuis op de planning. Online zag ik dat Lammert een filosoof is en daarom was ik in eerste instantie toch wel een beetje sceptisch over de gastles. Hoezo filosofie? Wat kan je daar nou eigenlijk mee? Lammert heeft hier echter verandering in gebracht.

Door: #nofilter (Britt van der Laan)

Lammert is dus filosoof, maar daarnaast is hij ook nog spreker en schrijver. Zo schreef hij onder andere het boek ‘Filosofie voor een weergaloos leven’, en sprak hij op het festival Lowlands. Zijn missie is om zoveel mogelijk mensen te laten ervaren hoe filosofie kan helpen in het dagelijks leven. Lammert heeft mijn interesse voor filosofie in ieder geval opgewekt. Ik hoop jouw interesse met deze blog ook op te wekken en je in te laten zien dat je wel degelijk iets kan met filosofie.

Tijdens het college vertelde Lammert dat er zo’n 300 jaar voor Christus vier verschillende soorten scholen waren. Een voor epicuristen, een voor stoïcijnen, een voor cynici en tot slot een voor sceptici. Ik zal je kort meenemen in elke filosofie. Wellicht laat het je anders kijken naar je eigen gedrag en kan je dat beïnvloeden.

1.     Epicurus
Epicurus zegt dat wij onszelf in de weg zitten in ons leven. We hebben enkel aandacht voor hetgeen wat er niet is. Ongezonde verlangens zitten ons in de weg om te genieten van de natuurlijke en noodzakelijke verlangens. Er zijn namelijk 3 soorten verlangens:

Natuurlijke en noodzakelijke verlangens:
Dit zijn verlangens die je nodig hebt om te overleven, zoals bijvoorbeeld eten, vriendschap en liefde. Het zijn de basisbehoeften. Soms kom je op een punt waarin al deze verlangens vervuld zijn. Dit is een heerlijk gevoel, maar dan vergeten we er toch vaak van te genieten. 

Epicurus

Epicurus

Natuurlijke en niet-noodzakelijke verlangens:
Deze zijn niet noodzakelijk om te overleven. Het verlangen naar heel veel eten is bijvoorbeeld niet-noodzakelijk. Komt er zo’n niet-noodzakelijk verlangen binnen, dan vergeten we te genieten. Niets is genoeg voor degene die genoeg te weinig vindt. 

Niet-natuurlijke en niet-noodzakelijke verlangen:
Een voorbeeld van dit verlangen is bijvoorbeeld rijk zijn. Rijk zijn op zich is niet het probleem. We genieten er echter vaak niet meer van, omdat we alleen maar bezig zijn met nog ‘rijker’ te worden of bang zijn iets daarvan kwijt te raken. 

 2. Stoïcisme
Binnen deze tweede groep van filosofen wordt er gezegd dat je je niet te veel moet laten beïnvloeden en bij jezelf moet blijven. We zijn hierin eigenlijk te vergelijken met een hond die vastzit aan een rijdende auto. Die auto is het lot. Gaan we ons verzetten tegen het lot - door bijvoorbeeld niet mee te lopen met de auto - dan kan dat weleens heel pijnlijk worden.
Maar wat kan je dan wel doen? Je kan scherp onderscheid maken tussen waar je wel en niet invloed op hebt. Je focust je alleen op datgene waar je wel invloed op hebt. En dat kan je dan op twee verschillende manieren doen. Je kan het namelijk passief aanvaarden: gewoon doen wat je moet doen, zonder daar een positief gevoel van de krijgen. Maar je kan het ook actief aanvaarden: je vraagt jezelf dan af of je ergens beter van kan worden in die situatie. De situatie is namelijk niet het probleem, maar de manier waarop we ernaar kijken. 

Het zijn niet de dingen die ons in verwarring brengen, maar onze denkbeelden daarover.”
— Epictetus

3. Cynici
Deze groep leert je om je minder aan te trekken van anderen. Voor de cynici is het doel van het leven autarkeia (genoeg aan jezelf) te bereiken. Je moet je leren onthechten. De cynici leefden voornamelijk op straat en werden ook wel ‘honden’ genoemd. Het doel was om bewust zo schaamteloos mogelijk te leven. Zo liep deze groep bijvoorbeeld ook (half) naakt op straat ging men een vrijpartij in het openbaar niet uit de weg. Op deze manier leerden ze dat andere mensen je moeten accepteren zoals je bent.

Dus als jij vanmiddag op de fiets zit en je hebt zin om heel hard mee te zingen met je muziek, moet je je niets aantrekken van wat mensen om je heen daarvan vinden en het gewoon doen!

4. Sceptici
Binnen deze laatste groep van filosofen gaat men ervan uit dat wanneer je iets denkt te weten, je je eigen oordeel in twijfel moet trekken. Je moet je eigen gedachten eerst onderzoeken. Zij geloofden erin dat je moet leren leven met onzekerheden. Wanneer je daaraan toegeeft, komt het leven zelf naar jou toe.

Het scepticisme is een vaardigheid om een tegenstelling te maken tussen verschijningen en ideeën. Een vaardigheid waardoor we, door de gelijke kracht van tegengestelde stellingen en standen van zaken, eerst tot een opschorting komen en daarna vrij zijn van verstoring. Dus wanneer je ergens een idee over hebt, maak je daar een tegenstelling van. Je zoekt dan naar zoveel mogelijk redenen om dit te bevestigen. Een voorbeeld: een hele belangrijke afspraak gaat niet door en je baalt ervan, want je had er speciaal tijd voor vrijgemaakt. Maar je kan er ook anders naar kijken. Oké, de afspraak gaat niet door. Maar nu heb je tijd om toch te gaan sporten, of om verder te lezen in je boek, of je kan een wandeling maken. Je kunt jezelf misschien zelfs nog wel beter voorbereiden op de afspraak die nu op een andere dag plaatsvindt. Snap je?

Aan het einde stelde Lammert de vraag bij welk van de vier ‘scholen’ wij ons zouden inschrijven wanneer dit mogelijk zou zijn. Ik koos vrijwel direct voor de sceptici. Na het gastcollege moest ik eigenlijk wel lachen. Ik was voor het college namelijk ‘sceptisch’ over filosofie, maar na dit college ben ik toch heel anders naar filosofie gaan kijken en zie ik er zeker het nut van in. Wanneer er nu iets gebeurt waar ik niet blij mee ben, zal ik het omdraaien om er vervolgens de positieve kant van in te zien. Zo kan ik dus mijn eigen gedrag beïnvloeden, op een goeie manier! 

Mijn keuze was dus snel gemaakt. Ik ben benieuwd met welke school jij jouw gedrag in het dagelijks leven zou willen beïnvloeden. Denk er eens over na, want het is veel interessanter dan je misschien denkt!